De gegevens van het rekenmodel zijn nu gedefinieerd. Om de nummering van objecten weer uit te schakelen, klikt u met de rechtermuisknop in een leeg gebied van de werkruimte. Wis ‘Toon Nummering‘ in het snelmenu (zie de afbeelding ‘Toon Nummering ).
Navigator en Tabellen
U vindt alle objecten van het model in de ‘Navigator – Gegevens’ boom en in de tabbladen van de tabellen. Wanneer u een onderdeel in de navigator of tabel selecteert, wordt dit object gemarkeerd in het werkvenster zodat u het gemakkelijk kunt vinden.
Plausibiliteitscontrole
Om de referenties van alle datasets te controleren, opent u het menu ‘Hulpmiddelen’ en selecteert u ‘Plausibiliteitscontrole…’. Als er geen inconsistenties worden gedetecteerd, wordt een bijbehorend bericht weergegeven.
Gegevens opslaan
Om het bestand op te slaan, opent u het menu ‘Bestand‘ en selecteert u ‘Opslaan‘. U kunt ook op de knop‘Opslaan’op de werkbalk klikken.
Geef de map op waar u het ‘Tutorial.rf6’-model wilt opslaan. Klik vervolgens op [Opslaan].