De imperfecties verwijzen naar de lokale assen van elke kolom. Om de staafassen weer te geven, klikt u met de rechtermuisknop op een van de staven en opent u het snelmenu. Selecteer de optie ‘Lokaal Assenstelsel van Staven aan/uit‘.
Betonnen kolom
Om de imperfectie van de betonnen kolom te definiëren, klikt u op de knop [Nieuwe Staafimperfectie] op de werkbalk.
In het dialoogvenster ‘Nieuwe Staaf Imperfectie’ is het type imperfectie ‘Eerste zwaai ‘Sway” vooraf ingesteld.
Selecteer in het gebied ‘Categorieën’ ‘EN 1992-1-1 & EN 1993-1-1‘ uit de lijst ‘Definitie type’ (1), zodat de parameters volgens de Eurocode moeten worden toegepast.
Verplaats het dialoogvenster zodat u de assen van de betonnen kolom kunt zien. De lokale y-as wijst in de globale Y-richting. Om de zwaai in de tegenovergestelde richting toe te passen, selecteert u -y uit de lijst in het gebied ‘Imperfctie richting’ (2).
Voer in het gebied ‘Parameters’ de kolomhoogte in die 3 [m] is (3). Klik vervolgens op de knop [Selecteer Staven in het Grafische Scherm] in het gebied ‘Toegewezen aan Staven Nr.’ (4) en selecteer de betonnen kolom in het grafische scherm. Klik op [Oké] om terug te keren naar het dialoogvenster.
Ga door met het definiëren van imperfecties door op [Toepassen & Volgende] te klikken.
Stalen Kolommen
Zwaaien|’Sway’
‘Eerste zwaai ‘Sway” en ‘EN 1992-1-1 & EN 1993-1-1’ zijn vooraf ingesteld. Door de rotatie van de stalen kolommen wijzen hun lokale z-assen in de negatieve Y-richting. Selecteer z uit de lijst in het gebied ‘Imperfectie richting’ (1).
Voer de kolomhoogte in die 3,5 m [is] (2). Klik vervolgens nogmaals op de knop [ Selecteer Staven in het Grafische Scherm’ (3) om de twee stalen kolommen één voor één in het grafische scherm te selecteren. Wanneer u terugkeert naar het dialoogvenster, worden hun nummers weergegeven in het gebied ‘Toegewezen aan Staven Nr.’.
Klik nogmaals op [Toepassen & Volgende].
Boog
Selecteer in het gebied ‘Categorieën’ het Toog-imperfectietype (1) en EN 1993-1-1 (2). Aangezien er geen plastische berekening hoeft te worden uitgevoerd, stelt u de optie Elastisch in bij ‘Parameters’ (3). Voer vervolgens handmatig de nummers in van de stalen kolomelementen 2 en 3 (4) tenzij u ze opnieuw grafisch wilt selecteren.
Boegimperfecties zijn enkel relevant voor de stalen kolommen, niet voor de betonnen kolom. Sluit daarom het dialoogvenster door op [Oké] te klikken.
Als de imperfecties niet op het model worden weergegeven, gebruikt u de knop ‘Imperfecties Weergeven’ om ze in te schakelen.
De afbeelding laat zien dat de boogimperfecties nog niet volledig de knikvorm van een raamwerk weerspiegelen. Dubbelklik op de boogimperfectie van de binnenkolom (staafnr. 2) om deze aan te passen (1). In het dialoogvenster ‘Bewerk Staafimperfecties’, keert u de ‘Imperfectie richting’ om door -z in de lijst (2) te selecteren. Klik vervolgens op [Oké].
Om de staafassen weer te verbergen, klikt u met de rechtermuisknop op een van de staven en deselecteert u de optie ‘Lokaal Assenstelsel van Staven‘ in het snelmenu (zie de afbeelding Lokaal Assenstelsel van Staven weergeven).
Draadmodel
De weergave van het model kan worden aangepast om de imperfecties beter te kunnen zien: Klik op de knop ‘Transparant Model’ lijst op de werkbalk om de weergave-opties te openen. Selecteer het ‘Draadmodel’.
Nu worden de imperfecties niet meer overlapt door de doorsnedes.